Veel gestelde vragen
Uiteraard met de juiste antwoorden
Mis, helemaal mis.
Het aantal vrijwilligers neemt dan weer toe en dan weer af. Soms is het aantal erg laag, zodat vrijwilligers meerdere diensten moeten draaien. Dat is erg belastend, en daarom zijn we altijd op zoek naar gemotiveerde mensen voor meerdere soorten werk: chauffeur, bijrijder, centralist.
Normaal gesproken is elke vrijwilliger zeer gewenst. En de benodigde kennis proberen we “on-the-job” bij te brengen. Wel is erg belangrijk dat u beseft dat het werken bij de dierenambulance vrijwillig maar niet vrijblijvend is. Dus de belangrijkste kwaliteiten die u kunt inbrengen zijn beschikbare tijd (minimaal 1 dienst per week) en motivatie!
We maken echter veel kosten.
Allereerst is daar de ambulance zelf. Onderhoudskosten, benzinekosten en afschrijvingen. Maar we hebben natuurlijk ook te maken met reserveringen voor een nieuwe ambulance over enkele jaren.
Verder hebben we kosten van materieel, EHBO-materialen, drukwerk, enz.
Wij vragen u daarom een “gewonde” vogel in een doosje te doen en een hond aan te lijnen en een kat ergens op te sluiten voordat wij komen.
Vaak rijden we kilometers voor niets en u begrijpt dat dat ten koste kan gaan van andere dieren.
Natuurlijk ligt dit aan de omstandigheden, maar vaak zijn zelfs aangereden honden of katten onvindbaar als we aankomen en er niemand bij is gebleven.
Veel dieren zoeken direct een veilige verstopplaats als ze gewond zijn.
Voer de kat niet, want anders blijft hij of zij terugkomen.
Voorbeelden van dieren in nood zijn:
Aangereden honden, katten of gewonde wilde dieren.
Dit kan dus variëren van een aangereden hond of kat tot een in het prikkeldraad vastzittende zwaan of vogels met bijvoorbeeld een gebroken vleugel of anderszins gewond.
We rijden ook voor dode huisdieren (zie de vraag over het rijden voor dode dieren)
In principe wordt er voor loslopende honden gereden. Wel vragen we altijd aan de melder om de hond te vangen, zodat hij niet meer kan vluchten en wij dus niet voor niks rijden. Ook vragen we of u de hond een paar uur wilt vasthouden in tuin, schuur of huis (als dit mogelijk is) om de eigenaar de kans te geven de hond snel en zonder kosten terug te vinden. De eigenaar is meestal al aan het zoeken en woont meestal in de buurt. Mocht de eigenaar na een paar uur niet bekend zijn, dan komen wij het dier gratis bij u ophalen en brengen wij het naar het asiel.
Ook voor alle andere loslopende huisdieren wordt gereden, ook als ze niet gewond zijn, want deze kunnen niet op straat overleven. Het betreft bijvoorbeeld: tamme konijnen, fretten, cavia’s, papegaaien, kanaries, parkieten, enz.
Loslopende katten zijn niet per definitie huisdieren. We onderscheiden hier huisdieren en wilde/verwilderde dieren. In principe rijden we alleen voor deze dieren als ze ziek of gewond zijn. Aan een kat kun je namelijk niet zien of ie een eigenaar heeft, en we kunnen natuurlijk niet zomaar een kat van iemand meenemen.
Bij overlast van wilde/verwilderde zwerfkatten kunnen we alleen rijden als er akkoord is van de gemeente en het plaatselijke asiel om de dieren te vangen. Dit gebeurt met vangkooien.
Veel dieren zoeken direct een veilige verstopplaats als ze gewond zijn.
Er wordt gecheckt of het dode dier gechipt en geregistreerd is. Als dit niet het geval is, wordt geprobeerd de eigenaar op een andere manier te achterhalen, zodat deze weet wat er met zijn dier is gebeurd en kan aangeven wat zijn wensen zijn.
Voor dode inheemse dieren wordt alleen in de gemeente Vijfheerenlanden uitgereden. In de overige gemeenten kunt u hiervoor contact opnemen met de gemeente.
Ze springen en fladderen wat rond en worden door de oudervogels verzorgd en zo goed mogelijk beschermd. Als er gevaar dreigt waarschuwen de oudervogels het jong met hun alarmkreten. Een kritieke periode voor deze vogeltjes, want het gevaar loert overal.
Het kost onze centralisten vaak veel moeite de mensen ervan te overtuigen dat het hier gaat om een natuurlijk proces waarmee u zich zo weinig mogelijk zou moeten bemoeien. De uiteindelijke overlevingskansen in de natuur van de schijnbaar hulpbehoevende vogel nemen zeker niet toe door een vogel uit zijn omgeving te halen en verder met de hand groot te brengen.
Dreigende gevaren, zoals katten, zijn even van de baan, maar keren bij het terugplaatsen in de natuur in verhevigde mate terug. De vogel mist dan nl. de onmisbare opvoeding van zijn ouders. Alleen een vogel die van zijn ouders heeft leren omgaan met alle gevaren en de aanwezige voedselbronnen weet te vinden, heeft een redelijke kans volwassen te worden.
Jonge uilen, die al wel kunnen klimmen, maar nog niet vliegen, zitten soms overdag schijnbaar hulpeloos op een tak in het bos. Niets aan de hand; moederuil zit te genieten van haar dagrust, maar ze houdt haar kroost perfect in de gaten.
Als je het nest niet zo snel kunt vinden is het noodzakelijk de vogeltjes warm te houden door ze bv. te leggen op een kruik die omwikkeld is met een handdoek, zodat de vogeltjes zich niet kunnen branden.
Maar let op: bij mooi zomerweer is de auto een gevaarlijke plek voor uw dier. Bij buitentemperaturen boven de 20 ℃ loopt de temperatuur in de auto al snel gevaarlijk hoog op (Zie onderstaande tabel).
Temperatuur buiten | Temperatuur in de auto na 10 minuten | Temperatuur in de auto na 30 minuten |
---|---|---|
21 ℃ | 31 ℃ | 40 ℃ |
24 ℃ | 34 ℃ | 43 ℃ |
27 ℃ | 37 ℃ | 45 ℃ |
30 ℃ | 40 ℃ | 48 ℃ |
32 ℃ | 43 ℃ | 51 ℃ |
35 ℃ | 45 ℃ | 54 ℃ |
Temperatuur buiten | Temperatuur asfalt |
---|---|
25 ℃ | 51,6 ℃ |
30 ℃ | 57,2 ℃ |
30,5 ℃ | 61,7 ℃ |
(Bij een temperatuur van 55 ℃ kun je binnen 5 minuten een eitje bakken)